Top 100 Arabische woorden

Wij geloven dat je eerst de belangrijkste Arabische woorden moet leren om je reis op weg naar vloeiend Arabisch spreken op de juiste manier te beginnen. De Arabische woordenlijst hieronder bevat 100 van de meest gebruikte Arabische woorden. Bekijk voor meer van dat soort woordenschat ons gele Arabische woordenschatboek aan het einde van deze pagina.

Arabisch woordenschat 1-20

Nederlands	Arabisch
ik in het Arabisch	أنا ('ana)
je/jij in het Arabisch	أنت ('ant)
hij in het Arabisch	هو (hu)
zij in het Arabisch	هي (hi)
het in het Arabisch	هو / هي (hu / hi)
we/wij in het Arabisch	نحن (nahn)
jullie in het Arabisch	أنتم ('antum)
zij in het Arabisch	هم (hum)
wat in het Arabisch	ماذا (madha)
wie in het Arabisch	من (min)
waar in het Arabisch	أين ('ayn)
waarom in het Arabisch	لماذا (limadha)
hoe in het Arabisch	كيف (kayf)
welke in het Arabisch	أي ('aya)
wanneer in het Arabisch	متى (mataa)
dan in het Arabisch	ثم (thuma)
als in het Arabisch	إذا ('iidha)
echt in het Arabisch	حقا (haqana)
maar in het Arabisch	لكن (lkn)
omdat in het Arabisch	لأن (li'ana)

Nederlands

Arabisch

ik in het Arabisch

أنا ('ana)

je/jij in het Arabisch

أنت ('ant)

hij in het Arabisch

هو (hu)

zij in het Arabisch

هي (hi)

het in het Arabisch

هو / هي (hu / hi)

we/wij in het Arabisch

نحن (nahn)

jullie in het Arabisch

أنتم ('antum)

zij in het Arabisch

هم (hum)

wat in het Arabisch

ماذا (madha)

wie in het Arabisch

من (min)

waar in het Arabisch

أين ('ayn)

waarom in het Arabisch

لماذا (limadha)

hoe in het Arabisch

كيف (kayf)

welke in het Arabisch

أي ('aya)

wanneer in het Arabisch

متى (mataa)

dan in het Arabisch

ثم (thuma)

als in het Arabisch

إذا ('iidha)

echt in het Arabisch

حقا (haqana)

maar in het Arabisch

لكن (lkn)

omdat in het Arabisch

لأن (li'ana)

Arabisch woordenschat 21-60

Nederlands	Arabisch
niet in het Arabisch	ليس (lays)
deze in het Arabisch	هذا (hadha)
Ik heb dit nodig in het Arabisch	انا بحاجة لهذا ('iinaa bihajat lhdha)
Hoeveel kost dit? in het Arabisch	كم ثمن هذا؟ (kam thaman hadha?)
dat in het Arabisch	أن ('ana)
alle in het Arabisch	جميع (jmye)
of in het Arabisch	أو ('aw)
en in het Arabisch	و (w)
weten in het Arabisch	يعرف (yerf)
Ik weet het in het Arabisch	أنا أعرف ('ana 'aerif)
Ik weet het niet in het Arabisch	أنا لا أعرف ('ana la 'aerif)
denken in het Arabisch	يفكر (yufakir)
komen in het Arabisch	يأتي (yati)
zetten in het Arabisch	يضع (yadae)
nemen in het Arabisch	يأخذ (yakhudh)
vinden in het Arabisch	يجد (yajid)
luisteren in het Arabisch	يستمع (yastamie)
werken in het Arabisch	يعمل (yaemal)
praten in het Arabisch	يتحدث (yatahadath)
geven in het Arabisch	يعطي (yueti)
leuk vinden in het Arabisch	يعجب (yuejib)
helpen in het Arabisch	يساعد (yusaeid)
houden van in het Arabisch	يحب (yuhibu)
bellen in het Arabisch	يجري مكالمة هاتفية (yajri mukalamatan hatifia)
wachten in het Arabisch	ينتظر (yantazir)
Ik vind je leuk in het Arabisch	أنا معجب بك ('ana maejib bik)
Ik vind dit niet leuk in het Arabisch	أنا لا أحب هذا ('ana la 'uhibu hdha)
Hou je van mij? in het Arabisch	هل تحبني؟ (hal tahbani?)
Ik hou van jou in het Arabisch	أحبك ('ahbak)
0 in het Arabisch	صفر (sifr)
1 in het Arabisch	واحد (wahid)
2 in het Arabisch	اثنان (athnan)
3 in het Arabisch	ثلاثة (thlath)
4 in het Arabisch	أربعة (arbe)
5 in het Arabisch	خمسة (khms)
6 in het Arabisch	ستة (st)
7 in het Arabisch	سبعة (sbe)
8 in het Arabisch	ثمانية (thmany)
9 in het Arabisch	تسعة (tse)
10 in het Arabisch	عشرة (eshr)

Nederlands

Arabisch

niet in het Arabisch

ليس (lays)

deze in het Arabisch

هذا (hadha)

Ik heb dit nodig in het Arabisch

انا بحاجة لهذا ('iinaa bihajat lhdha)

Hoeveel kost dit? in het Arabisch

كم ثمن هذا؟ (kam thaman hadha?)

dat in het Arabisch

أن ('ana)

alle in het Arabisch

جميع (jmye)

of in het Arabisch

أو ('aw)

en in het Arabisch

و (w)

weten in het Arabisch

يعرف (yerf)

Ik weet het in het Arabisch

أنا أعرف ('ana 'aerif)

Ik weet het niet in het Arabisch

أنا لا أعرف ('ana la 'aerif)

denken in het Arabisch

يفكر (yufakir)

komen in het Arabisch

يأتي (yati)

zetten in het Arabisch

يضع (yadae)

nemen in het Arabisch

يأخذ (yakhudh)

vinden in het Arabisch

يجد (yajid)

luisteren in het Arabisch

يستمع (yastamie)

werken in het Arabisch

يعمل (yaemal)

praten in het Arabisch

يتحدث (yatahadath)

geven in het Arabisch

يعطي (yueti)

leuk vinden in het Arabisch

يعجب (yuejib)

helpen in het Arabisch

يساعد (yusaeid)

houden van in het Arabisch

يحب (yuhibu)

bellen in het Arabisch

يجري مكالمة هاتفية (yajri mukalamatan hatifia)

wachten in het Arabisch

ينتظر (yantazir)

Ik vind je leuk in het Arabisch

أنا معجب بك ('ana maejib bik)

Ik vind dit niet leuk in het Arabisch

أنا لا أحب هذا ('ana la 'uhibu hdha)

Hou je van mij? in het Arabisch

هل تحبني؟ (hal tahbani?)

Ik hou van jou in het Arabisch

أحبك ('ahbak)

0 in het Arabisch

صفر (sifr)

1 in het Arabisch

واحد (wahid)

2 in het Arabisch

اثنان (athnan)

3 in het Arabisch

ثلاثة (thlath)

4 in het Arabisch

أربعة (arbe)

5 in het Arabisch

خمسة (khms)

6 in het Arabisch

ستة (st)

7 in het Arabisch

سبعة (sbe)

8 in het Arabisch

ثمانية (thmany)

9 in het Arabisch

تسعة (tse)

10 in het Arabisch

عشرة (eshr)

Arabisch woordenschat 61-100

Nederlands	Arabisch
11 in het Arabisch	أحد عشر (ahd eshr)
12 in het Arabisch	اثنا عشر (athna eashar)
13 in het Arabisch	ثلاثة عشر (thlatht eshr)
14 in het Arabisch	أربعة عشر (arbet eshr)
15 in het Arabisch	خمسة عشر (khmst eshr)
16 in het Arabisch	ستة عشر (stt eshr)
17 in het Arabisch	سبعة عشر (sbet eshr)
18 in het Arabisch	ثمانية عشر (thmanyt eshr)
19 in het Arabisch	تسعة عشر (tiseat eashar)
20 in het Arabisch	عشرون (eshrwn)
nieuw in het Arabisch	جديد (jadid)
oud in het Arabisch	قديم (qadim)
weinig in het Arabisch	قليل (qalil)
veel in het Arabisch	كثير (kthyr)
hoeveel? in het Arabisch	كم؟ (kam?)
hoeveel? in het Arabisch	كم عدد؟ (kam eadad?)
fout in het Arabisch	خاطئ (khati)
correct in het Arabisch	صحيح (sahih)
slecht in het Arabisch	سيئ (syy)
goed in het Arabisch	جيد (jayid)
gelukkig in het Arabisch	سعيد (saeid)
kort in het Arabisch	قصير (qasir)
lang in het Arabisch	طويل (tawil)
klein in het Arabisch	صغير (saghir)
groot in het Arabisch	كبير (kabir)
daar in het Arabisch	هناك (hnak)
hier in het Arabisch	هنا (huna)
rechts in het Arabisch	يمين (yamin)
links in het Arabisch	يسار (yasar)
mooi in het Arabisch	جميل (jamil)
jong in het Arabisch	شاب (shab)
oud in het Arabisch	عجوز (eajuz)
hallo in het Arabisch	مرحبا (marhabaan)
tot later in het Arabisch	أراك لاحقا ('arak lahiqaan)
oké in het Arabisch	حسنا (hasananaan)
wees voorzichtig in het Arabisch	اعتن بنفسك (aetin binafsik)
maak je geen zorgen in het Arabisch	لا تقلق (la tuqaliq)
natuurlijk in het Arabisch	بالطبع (bialtabe)
goedendag in het Arabisch	يوم جيد (yawm jayid)
Hoi in het Arabisch	مرحبا (marhabaan)

Nederlands

Arabisch

11 in het Arabisch

أحد عشر (ahd eshr)

12 in het Arabisch

اثنا عشر (athna eashar)

13 in het Arabisch

ثلاثة عشر (thlatht eshr)

14 in het Arabisch

أربعة عشر (arbet eshr)

15 in het Arabisch

خمسة عشر (khmst eshr)

16 in het Arabisch

ستة عشر (stt eshr)

17 in het Arabisch

سبعة عشر (sbet eshr)

18 in het Arabisch

ثمانية عشر (thmanyt eshr)

19 in het Arabisch

تسعة عشر (tiseat eashar)

20 in het Arabisch

عشرون (eshrwn)

nieuw in het Arabisch

جديد (jadid)

oud in het Arabisch

قديم (qadim)

weinig in het Arabisch

قليل (qalil)

veel in het Arabisch

كثير (kthyr)

hoeveel? in het Arabisch

كم؟ (kam?)

hoeveel? in het Arabisch

كم عدد؟ (kam eadad?)

fout in het Arabisch

خاطئ (khati)

correct in het Arabisch

صحيح (sahih)

slecht in het Arabisch

سيئ (syy)

goed in het Arabisch

جيد (jayid)

gelukkig in het Arabisch

سعيد (saeid)

kort in het Arabisch

قصير (qasir)

lang in het Arabisch

طويل (tawil)

klein in het Arabisch

صغير (saghir)

groot in het Arabisch

كبير (kabir)

daar in het Arabisch

هناك (hnak)

hier in het Arabisch

هنا (huna)

rechts in het Arabisch

يمين (yamin)

links in het Arabisch

يسار (yasar)

mooi in het Arabisch

جميل (jamil)

jong in het Arabisch

شاب (shab)

oud in het Arabisch

عجوز (eajuz)

hallo in het Arabisch

مرحبا (marhabaan)

tot later in het Arabisch

أراك لاحقا ('arak lahiqaan)

oké in het Arabisch

حسنا (hasananaan)

wees voorzichtig in het Arabisch

اعتن بنفسك (aetin binafsik)

maak je geen zorgen in het Arabisch

لا تقلق (la tuqaliq)

natuurlijk in het Arabisch

بالطبع (bialtabe)

goedendag in het Arabisch

يوم جيد (yawm jayid)

Hoi in het Arabisch

مرحبا (marhabaan)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Arabisch

Leer Arabisch - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Arabisch vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Arabische woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie

Top 100 Arabische woorden

Arabisch woordenschat 1-20

Arabisch woordenschat 21-60

Arabisch woordenschat 61-100

Vocabulaireboeken Arabisch

Leer Arabisch - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Arabisch vocabulaireboek

Flashcards Arabisch

Gratis Arabische Flashcards

Gratis Leermaterialen