Bijvoeglijke naamwoorden in het Catalaans

Bijvoeglijke naamwoorden zijn een belangrijk onderdeel van elke taal. Met de onderstaande Catalaanse bijvoeglijke naamwoorden leer je in een mum van tijd veelgebruikte Catalaanse bijvoeglijke naamwoorden. Samen met andere basis zelfstandige naamwoorden en werkwoorden kun je hiermee snel basiszaken in het Catalaans uitdrukken. Bekijk voor nog meer Catalaanse bijvoeglijke naamwoorden onze leermiddelen voor Catalaans aan het einde van de pagina.
Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Catalaans
Kleuren in het Catalaans
Gevoelens in het Catalaans
Ruimte in het Catalaans
Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Catalaans


Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Catalaans


NederlandsCatalaans  
zwaar in het Catalaanspesat (pesada, pesats, pesades)
licht in het Catalaanslleuger (lleugera, lleugers, lleugeres)
correct in het Catalaanscorrecte (correcta, correctes, correctes)
fout in het Catalaansincorrecte (incorrecta, incorrectes, incorrectes)
moeilijk in het Catalaansdifícil (difícil, difícils, difícils)
gemakkelijk in het Catalaansfàcil (fàcil, fàcils, fàcils)
weinig in het Catalaanspocs (poques)
veel in het Catalaansmolts (moltes)
nieuw in het Catalaansnou (nova, nous, noves)
oud in het Catalaansvell (vella, vells, velles)
langzaam in het Catalaanslent (lenta, lents, lentes)
snel in het Catalaansràpid (ràpida, ràpids, ràpides)
arm in het Catalaanspobre (pobra, pobres, pobres)
rijk in het Catalaansric (rica, rics, riques)





Kleuren in het Catalaans


NederlandsCatalaans  
wit in het Catalaansblanc (blancs)
zwart in het Catalaansnegre (negres)
grijs in het Catalaansgris (grisos)
groen in het Catalaansverd (verds)
blauw in het Catalaansblau (blaus)
rood in het Catalaansvermell (vermells)
roze in het Catalaansrosa (roses)
oranje in het Catalaanstaronja (taronges)
paars in het Catalaansporpra (porpres)
geel in het Catalaansgroc (grocs)
bruin in het Catalaansmarró (marrons)





Gevoelens in het Catalaans


NederlandsCatalaans  
goed in het Catalaansbo (bona, bons, bones)
slecht in het Catalaansdolent (dolenta, dolents, dolentes)
zwak in het Catalaansfeble (feble, febles, febles)
sterk in het Catalaansfort (forta, forts, fortes)
gelukkig in het Catalaansfeliç (feliç, feliços, felices)
verdrietig in het Catalaanstrist (trista, trists, tristes)
gezond in het Catalaanssaludable (saludable, saludables, saludables)
ziek in het Catalaansmalalt (malalta, malalts, malaltes)
hongerig in het Catalaansfamolenc (famolenca, famolencs, famolenques)
dorstig in het Catalaansassedegat (assedegada, assedegats, assedegades)
eenzaam in het Catalaanssolitari (solitària, solitaris, solitàries)
moe in het Catalaanscansat (cansada, cansats, cansades)





Ruimte in het Catalaans


NederlandsCatalaans  
kort in het Catalaanscurt (curta, curts, curtes)
lang in het Catalaansllarg (llarga, llargs, llargues)
klein in het Catalaanspetit (petita, petits, petites)
groot in het Catalaansgran (gran, grans, grans)
hoog in het Catalaansalt (alta, alts, altes)
laag in het Catalaansbaix (baixa, baixos, baixes)
steil in het Catalaansabrupte (abrupta, abruptes, abruptes)
vlak in het Catalaanspla (plana, plans, planes)
ondiep in het Catalaanspoc profund (poc profunda, poc profunds, poc profundes)
diep in het Catalaansprofund (profunda, profunds, profundes)
smal in het Catalaansestret (estreta, estrets, estretes)
breed in het Catalaansampli (àmplia, amplis, àmplies)





Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Catalaans


NederlandsCatalaans  
goedkoop in het Catalaansbarat (barata, barats, barates)
duur in het Catalaanscar (cara, cars, cares)
zacht in het Catalaanssuau (suau, suaus, suaus)
hard in het Catalaansdur (dura, durs, dures)
leeg in het Catalaansbuit (buida, buits, buides)
vol in het Catalaansple (plena, plens, plenes)
vuil in het Catalaansbrut (bruta, bruts, brutes)
schoon in het Catalaansnet (neta, nets, netes)
zoet in het Catalaansdolç (dolça, dolços, dolces)
zuur in het Catalaansàcid (àcida, àcids, àcides)
jong in het Catalaansjove (jove, joves, joves)
oud in het Catalaansvell (vella, vells, velles)
koud in het Catalaansfred (freda, freds, fredes)
warm in het Catalaanscàlid (càlida, càlids, càlides)


Kleuren in het Catalaans

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Catalaans

Leer Catalaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Leer Catalaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Catalaans vocabulaireboek

Catalaans vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Catalaanse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.


Flashcards Catalaans

Flashcardo

Gratis Catalaanse Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren




Gratis Leermaterialen