Dagen en maanden in het Deens

Het beheersen van het concept van tijd is uiterst belangrijk voor het leren van Deens. Deze pagina bevat lijsten met Deense maanden, Deense dagen en vele andere Deense woorden die met tijd te maken hebben. Bekijk voor nog meer tijdgerelateerde woordenschat onze leermiddelen voor Deens aan het einde van de pagina.
Maanden in het Deens
Dagen in het Deens
Tijd in het Deens
Overige tijdgerelateerde Deense woorden


Maanden in het Deens


NederlandsDeens  
januari in het Deensjanuar
februari in het Deensfebruar
maart in het Deensmarts
april in het Deensapril
mei in het Deensmaj
juni in het Deensjuni
juli in het Deensjuli
augustus in het Deensaugust
september in het Deensseptember
oktober in het Deensoktober
november in het Deensnovember
december in het Deensdecember
vorige maand in het Deenssidste måned
deze maand in het Deensdenne måned
volgende maand in het Deensnæste måned





Dagen in het Deens


NederlandsDeens  
maandag in het Deens(en) mandag (mandage)
dinsdag in het Deens(en) tirsdag (tirsdage)
woensdag in het Deens(en) onsdag (onsdage)
donderdag in het Deens(en) torsdag (torsdage)
vrijdag in het Deens(en) fredag (fredage)
zaterdag in het Deens(en) lørdag (lørdage)
zondag in het Deens(en) søndag (søndage)
gisteren in het Deensi går
vandaag in het Deensi dag
morgen in het Deensi morgen





Tijd in het Deens


NederlandsDeens  
seconde in het Deens(et) sekund (sekunder)
minuut in het Deens(et) minut (minutter)
uur in het Deens(en) time (timer)
1:00 in het Deensklokken et
2:05 in het Deensfem over to
3:10 in het Deensti over tre
4:15 in het Deenskvart over fire
5:20 in het Deenstyve over fem
6:25 in het Deensfemogtyve over seks
7:30 in het Deenshalv otte
8:35 in het Deensotte femogtredive
9:40 in het Deenstyve i ti
10:45 in het Deenskvart i elleve
11:50 in het Deensti i tolv
12:55 in het Deensfem i et





Overige tijdgerelateerde Deense woorden


NederlandsDeens  
tijd in het Deens(en) tid (tider)
datum in het Deens(en) dato (datoer)
dag in het Deens(en) dag (dage)
week in het Deens(en) uge (uger)
maand in het Deens(en) måned (måneder)
jaar in het Deens(et) år (år)
lente in het Deens(et) forår (forår)
zomer in het Deens(en) sommer (somre)
herfst in het Deens(et) efterår (efterår)
winter in het Deens(en) vinter (vintre)
vorig jaar in het Deenssidste år
dit jaar in het Deensdette år
volgend jaar in het Deensnæste år
vorige maand in het Deenssidste måned
deze maand in het Deensdenne måned
volgende maand in het Deensnæste måned


Dagen en maanden in het Deens

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Deens

Leer Deens - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Leer Deens - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Deens vocabulaireboek

Deens vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Deense woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.


Flashcards Deens

Flashcardo

Gratis Deense Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren




Gratis Leermaterialen