Eten en drinken in het Macedonisch

Wil je naar de markt gaan en wat fruit kopen in het Macedonisch? Of in het Macedonisch eten bestellen in een restaurant? Met de onderstaande Macedonische woordenschat over eten wordt dit een stuk eenvoudiger. Voor nog meer woordenschatlijsten bekijk je onze leermiddelen voor Macedonisch aan het einde van de pagina.

< Leer Macedonisch

Fruit in het Macedonisch
Groente in het Macedonisch
Zuivelproducten in het Macedonisch
Drankjes in het Macedonisch
Alcohol in het Macedonisch
Ingrediënten in het Macedonisch
Kruiden in het Macedonisch
Zoet eten in het Macedonisch

Fruit in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
appel	(N) јаболко (ǰabolko / јаболка - ǰabolka)
banaan	(F) банана (banana / банани - banani)
peer	(F) круша (kruša / круши - kruši)
sinaasappel	(M) портокал (portokal / портокали - portokali)
aardbei	(F) јагода (ǰagoda / јагоди - ǰagodi)
ananas	(M) ананас (ananas / ананаси - ananasi)
perzik	(F) праска (praska / праски - praski)
kers	(F) цреша (creša / цреши - creši)
avocado	(N) авокадо (avokado / авокада - avokada)
kiwi	(N) киви (kivi / киви - kivi)
mango	(N) манго (mango / манга - manga)

Groente in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
aardappel	(M) компир (kompir / компири - kompiri)
paddestoel	(F) печурка (pečurka / печурки - pečurki)
knoflook	(M) лук (luk / лук - luk)
komkommer	(F) краставица (krastavica / краставици - krastavici)
ui	(M) кромид (kromid / кромиди - kromidi)
erwt	(M) грашок (grašok / грашок - grašok)
boon	(M) грав (grav / грав - grav)
spinazie	(M) спанаќ (spanaḱ / спанаќ - spanaḱ)
broccoli	(F) брокула (brokula / брокули - brokuli)
kool	(F) зелка (zelka / зелки - zelki)
bloemkool	(M) карфиол (karfiol / карфиоли - karfioli)

Zuivelproducten in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
melk	(N) млеко (mleko / млека - mleka)
kaas	(M) кашкавал (kaškaval / кашкавали - kaškavali)
boter	(M) путер (puter / путери - puteri)
yoghurt	(M) јогурт (ǰogurt / јогурти - ǰogurti)
ijsje	(M) сладолед (sladoled / сладоледи - sladoledi)
ei	(N) јајце (ǰaǰce / јајца - ǰaǰca)
eiwit	(F) белка (belka / белки - belki)
eidooier	(F) жолчка (žolčka / жолчки - žolčki)
feta	(F) фета (feta / фета - feta)
mozzarella	(F) моцарела (mocarela / моцарели - mocareli)
parmezaan	(M) пармезан (parmezan / пармезани - parmezani)

Drankjes in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
water	(F) вода (voda / води - vodi)
thee	(M) чај (čaǰ / чаеви - čaevi)
koffie	(N) кафе (kafe / кафиња - kafin̂a)
cola	(F) кока кола (koka kola / кока коли - koka koli)
milkshake	(M) милкшејк (milkšeǰk / милкшејкови - milkšeǰkovi)
sinaasappelsap	(M) сок од портокал (sok od portokal / сокови од портокал - sokovi od portokal)
appelsap	(M) сок од јаболко (sok od ǰabolko / сокови од јаболко - sokovi od ǰabolko)
smoothie	(N) смути (smuti / смути - smuti)
energiedrank	(M) енергетски пијалок (energetski piǰalok / енергетски пијалоци - energetski piǰaloci)

Alcohol in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
wijn	(N) вино (vino / вина - vina)
rode wijn	(N) црвено вино (crveno vino / црвени вина - crveni vina)
witte wijn	(N) бело вино (belo vino / бели вина - beli vina)
bier	(N) пиво (pivo / пива - piva)
champagne	(M) шампањ (šampan̂ / шампањи - šampan̂i)
wodka	(F) вотка (votka / вотки - votki)
whisky	(N) виски (viski / виски - viski)
tequila	(F) текила (tekila / текили - tekili)
cocktail	(M) коктел (koktel / коктели - kokteli)

Ingrediënten in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
meel	(N) брашно (brašno / брашно - brašno)
suiker	(M) шеќер (šeḱer / шеќери - šeḱeri)
rijst	(M) ориз (oriz / ориз - oriz)
brood	(M) леб (leb / лебови - lebovi)
noedel	(F) тестенина (testenina / тестенини - testenini)
olie	(N) масло (maslo / масла - masla)
azijn	(M) оцет (ocet / оцети - oceti)
gist	(M) квасец (kvasec / квасеци - kvaseci)
tofu	(N) тофу (tofu / тофу - tofu)

Kruiden in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
zout	(F) сол (sol / соли - soli)
peper	(M) бибер (biber / бибери - biberi)
kerrie	(N) кари (kari / кари - kari)
vanille	(F) ванила (vanila / ванили - vanili)
nootmuskaat	(N) морско оревче (morsko orevče / морски оревчиња - morski orevčin̂a)
kaneel	(M) цимет (cimet / цимет - cimet)
munt	(N) нане (nane / нане - nane)
marjolein	(M) мајоран (maǰoran / мајорани - maǰorani)
basilicum	(M) босилек (bosilek / босилек - bosilek)
oregano	(N) оригано (origano / оригано - origano)

Zoet eten in het Macedonisch

Nederlands	Macedonisch
cake	(F) торта (torta / торти - torti)
koekje	(N) колаче (kolače / колачиња - kolačin̂a)
chocola	(N) чоколадо (čokolado / чоколада - čokolada)
snoep	(F) бонбони (bonboni / бонбони - bonboni)
donut	(F) крофна (krofna / крофни - krofni)
pudding	(M) пудинг (puding / пудинзи - pudinzi)
kwarktaart	(M) чизкејк (čizkeǰk / чизкејк - čizkeǰk)
croissant	(M) кроасан (kroasan / кроасани - kroasani)
pannenkoek	(F) палачинка (palačinka / палачинки - palačinki)
appeltaart	(F) пита од јаболка (pita od ǰabolka / пити од јаболка - piti od ǰabolka)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Macedonisch

Leer Macedonisch - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Macedonisch vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Macedonische woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie