Werkwoorden in het Engels

Werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van elke taal. De onderstaande lijst met Engelse werkwoorden helpt je in een mum van tijd veelgebruikte Engelse werkwoorden te leren. Samen met andere basis zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden kun je hiermee snel basiszaken in het Engels benoemen. Kijk voor nog meer Engelse werkwoorden naar onze leermiddelen voor Engels aan het einde van de pagina.

< Leer Engels

Basis Engelse werkwoorden
Engelse actiewoorden
Bewegingen in het Engels
Zakelijke werkwoorden Engels

Basis Engelse werkwoorden

Nederlands	Engels
openen in het Engels	to open (opened, opened)
sluiten in het Engels	to close (closed, closed)
zitten in het Engels	to sit (sat, sat)
staan in het Engels	to stand (stood, stood)
weten in het Engels	to know (knew, known)
denken in het Engels	to think (thought, thought)
winnen in het Engels	to win (won, won)
verliezen in het Engels	to lose (lost, lost)
vragen in het Engels	to ask (asked, asked)
antwoorden in het Engels	to answer (answered, answered)
helpen in het Engels	to help (helped, helped)
leuk vinden in het Engels	to like (liked, liked)
kussen in het Engels	to kiss (kissed, kissed)
eten in het Engels	to eat (ate, eaten)
drinken in het Engels	to drink (drank, drunk)

Engelse actiewoorden

Nederlands	Engels
nemen in het Engels	to take (took, taken)
zetten in het Engels	to put (put, put)
vinden in het Engels	to find (found, found)
stelen in het Engels	to steal (stole, stolen)
vermoorden in het Engels	to kill (killed, killed)
vliegen in het Engels	to fly (flew, flown)
aanvallen in het Engels	to attack (attacked, attacked)
verdedigen in het Engels	to defend (defended, defended)
vallen in het Engels	to fall (fell, fallen)
kiezen in het Engels	to choose (chose, chosen)

Bewegingen in het Engels

Nederlands	Engels
rennen in het Engels	to run (ran, run)
zwemmen in het Engels	to swim (swam, swum)
springen in het Engels	to jump (jumped, jumped)
trekken in het Engels	to pull (pulled, pulled)
duwen in het Engels	to push (pushed, pushed)
gooien in het Engels	to throw (threw, thrown)
kruipen in het Engels	to crawl (crawled, crawled)
vechten in het Engels	to fight (fought, fought)
vangen in het Engels	to catch (caught, caught)
rollen in het Engels	to roll (rolled, rolled)

Zakelijke werkwoorden Engels

Nederlands	Engels
kopen in het Engels	to buy (bought, bought)
betalen in het Engels	to pay (paid, paid)
verkopen in het Engels	to sell (sold, sold)
studeren in het Engels	to study (studied, studied)
bellen in het Engels	to call (called, called)
lezen in het Engels	to read (read, read)
schrijven in het Engels	to write (wrote, written)
rekenen in het Engels	to calculate (calculated, calculated)
meten in het Engels	to measure (measured, measured)
verdienen in het Engels	to earn (earned, earned)
tellen in het Engels	to count (counted, counted)
scannen in het Engels	to scan (scanned, scanned)
printen in het Engels	to print (printed, printed)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Engels

Leer Engels - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Engels vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Engelse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie

Flashcards Engels

Gratis Engelse Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren

Meer