Bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Bijvoeglijke naamwoorden zijn een belangrijk onderdeel van elke taal. Met de onderstaande Franse bijvoeglijke naamwoorden leer je in een mum van tijd veelgebruikte Franse bijvoeglijke naamwoorden. Samen met andere basis zelfstandige naamwoorden en werkwoorden kun je hiermee snel basiszaken in het Frans uitdrukken. Bekijk voor nog meer Franse bijvoeglijke naamwoorden onze leermiddelen voor Frans aan het einde van de pagina.

< Leer Frans

Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Frans
Kleuren in het Frans
Gevoelens in het Frans
Ruimte in het Frans
Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Basisbijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Nederlands	Frans
zwaar in het Frans	lourd (lourde, lourds, lourdes)
licht in het Frans	léger (légère, légers, légères)
correct in het Frans	correct (correcte, corrects, correctes)
fout in het Frans	faux (fausse, faux, fausses)
moeilijk in het Frans	difficile (difficile, difficiles, difficiles)
gemakkelijk in het Frans	facile (facile, faciles, faciles)
weinig in het Frans	peu
veel in het Frans	beaucoup
nieuw in het Frans	nouveau (nouvelle, nouveaux, nouvelles)
oud in het Frans	vieux (vieille, vieux, vieilles)
langzaam in het Frans	lent (lente, lents, lentes)
snel in het Frans	rapide (rapide, rapides, rapides)
arm in het Frans	pauvre (pauvre, pauvres, pauvres)
rijk in het Frans	riche (riche, riches, riches)

Kleuren in het Frans

Nederlands	Frans
wit in het Frans	blanc (blanche, blancs, blanches)
zwart in het Frans	noir (noire, noirs, noires)
grijs in het Frans	gris (grise, gris, grises)
groen in het Frans	vert (verte, verts, vertes)
blauw in het Frans	bleu (bleue, bleus, bleues)
rood in het Frans	rouge (rouge, rouges, rouges)
roze in het Frans	rose (rose, roses, roses)
oranje in het Frans	orange (orange)
paars in het Frans	pourpre (pourpre, pourpres, pourpres)
geel in het Frans	jaune (jaune, jaunes, jaunes)
bruin in het Frans	brun (brune, bruns, brunes)

Gevoelens in het Frans

Nederlands	Frans
goed in het Frans	bon (bonne, bons, bonnes)
slecht in het Frans	mauvais (mauvaise, mauvais, mauvaises)
zwak in het Frans	faible (faible, faibles, faibles)
sterk in het Frans	fort (forte, forts, fortes)
gelukkig in het Frans	heureux (heureuse, heureux, heureuses)
verdrietig in het Frans	triste (triste, tristes, tristes)
gezond in het Frans	sain (saine, sains, saines)
ziek in het Frans	malade (malade, malades, malades)
hongerig in het Frans	affamé (affamée, affamés, affamées)
dorstig in het Frans	assoiffé (assoiffée, assoiffés, assoiffées)
eenzaam in het Frans	solitaire (solitaire, solitaires, solitaires)
moe in het Frans	fatigué (fatiguée, fatigués, fatiguées)

Ruimte in het Frans

Nederlands	Frans
kort in het Frans	court (courte, courts, courtes)
lang in het Frans	long (longue, longs, longues)
klein in het Frans	petit (petite, petits, petites)
groot in het Frans	grand (grande, grands, grandes)
hoog in het Frans	haut (haute, hauts, hautes)
laag in het Frans	bas (basse, bas, basses)
steil in het Frans	raide (raide, raides, raides)
vlak in het Frans	plat (plate, plats, plates)
ondiep in het Frans	peu profond (peu profonde, peu profonds, peu profondes)
diep in het Frans	profond (profonde, profonds, profondes)
smal in het Frans	étroit (étroite, étroits, étroites)
breed in het Frans	large (large, larges, larges)

Andere belangrijke bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

Nederlands	Frans
goedkoop in het Frans	pas cher (chère, chers, chères)
duur in het Frans	cher (chère, chers, chères)
zacht in het Frans	doux (douce, doux, douces)
hard in het Frans	dur (dure, durs, dures)
leeg in het Frans	vide (vide, vides, vides)
vol in het Frans	plein (pleine, pleins, pleines)
vuil in het Frans	sale (sale, sales, sales)
schoon in het Frans	propre (propre, propres, propres)
zoet in het Frans	sucré (sucrée, sucrés, sucrées)
zuur in het Frans	aigre (aigre, aigres, aigres)
jong in het Frans	jeune (jeune, jeunes, jeunes)
oud in het Frans	vieux (vieille, vieux, vieilles)
koud in het Frans	froid (froide, froids, froides)
warm in het Frans	chaud (chaude, chauds, chaudes)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Frans

Leer Frans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Frans vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Franse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie