Wij geloven dat je eerst de belangrijkste Italiaanse woorden moet leren om je reis op weg naar vloeiend Italiaans spreken op de juiste manier te beginnen. De Italiaanse woordenlijst hieronder bevat 100 van de meest gebruikte Italiaanse woorden. Bekijk voor meer van dat soort woordenschat ons gele Italiaanse woordenschatboek aan het einde van deze pagina.
fare una telefonata (faccio, avere fatto, facendo)
wachtenin het Italiaans
aspettare (aspetto, avere aspettato, aspettando)
Ik vind je leukin het Italiaans
mi piaci
Ik vind dit niet leukin het Italiaans
questo non mi piace
Hou je van mij?in het Italiaans
mi ami?
Ik hou van jouin het Italiaans
ti amo
0in het Italiaans
zero
1in het Italiaans
uno
2in het Italiaans
due
3in het Italiaans
tre
4in het Italiaans
quattro
5in het Italiaans
cinque
6in het Italiaans
sei
7in het Italiaans
sette
8in het Italiaans
otto
9in het Italiaans
nove
10in het Italiaans
dieci
Italiaans woordenschat 61-100
Nederlands
Italiaans
11in het Italiaans
undici
12in het Italiaans
dodici
13in het Italiaans
tredici
14in het Italiaans
quattordici
15in het Italiaans
quindici
16in het Italiaans
sedici
17in het Italiaans
diciassette
18in het Italiaans
diciotto
19in het Italiaans
diciannove
20in het Italiaans
venti
nieuwin het Italiaans
nuovo (nuova, nuovi, nuove)
oudin het Italiaans
vecchio (vecchia, vecchi, vecchie)
weinigin het Italiaans
poco (poca, pochi, poche)
veelin het Italiaans
tanto (tanta, tanti, tante)
hoeveel?in het Italiaans
quanto?
hoeveel?in het Italiaans
quanti?
foutin het Italiaans
sbagliato (sbagliata, sbagliati, sbagliate)
correctin het Italiaans
corretto (corretta, corretti, corrette)
slechtin het Italiaans
cattivo (cattiva, cattivi, cattive)
goedin het Italiaans
buono (buona, buoni, buone)
gelukkigin het Italiaans
contento (contenta, contenti, contente)
kortin het Italiaans
corto (corta, corti, corte)
langin het Italiaans
lungo (lunga, lunghi, lunghe)
kleinin het Italiaans
piccolo (piccola, piccoli, piccole)
grootin het Italiaans
grande (grande, grandi, grandi)
daarin het Italiaans
lì
hierin het Italiaans
qui
rechtsin het Italiaans
destra
linksin het Italiaans
sinistra
mooiin het Italiaans
bella (bello, bella, belli, belle)
jongin het Italiaans
giovane (giovane, giovani, giovani)
oudin het Italiaans
vecchio (vecchia, vecchi, vecchie)
halloin het Italiaans
salve
tot laterin het Italiaans
a dopo
okéin het Italiaans
ok
wees voorzichtigin het Italiaans
stai attento
maak je geen zorgenin het Italiaans
non ti preoccupare
natuurlijkin het Italiaans
certo
goedendagin het Italiaans
buongiorno
Hoiin het Italiaans
ciao
Vocabulaireboeken Italiaans
Leer Italiaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt
Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.
Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Italiaanse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.