Werkwoorden in het Italiaans

Werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van elke taal. De onderstaande lijst met Italiaanse werkwoorden helpt je in een mum van tijd veelgebruikte Italiaanse werkwoorden te leren. Samen met andere basis zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden kun je hiermee snel basiszaken in het Italiaans benoemen. Kijk voor nog meer Italiaanse werkwoorden naar onze leermiddelen voor Italiaans aan het einde van de pagina.

< Leer Italiaans

Basis Italiaanse werkwoorden
Italiaanse actiewoorden
Bewegingen in het Italiaans
Zakelijke werkwoorden Italiaans

Basis Italiaanse werkwoorden

Nederlands	Italiaans
openen in het Italiaans	aprire (apro, avere aperto, aprendo)
sluiten in het Italiaans	chiudere (chiudo, avere chiuso, chiudendo)
zitten in het Italiaans	sedere (siedo, essere seduto, seduto)
staan in het Italiaans	stare in piedi (sto, essere stato, stando)
weten in het Italiaans	sapere (so, avere saputo, sapendo)
denken in het Italiaans	pensare (penso, avere pensato, pensando)
winnen in het Italiaans	vincere (vinco, avere vinto, vincendo)
verliezen in het Italiaans	perdere (perdo, avere perduto, perdendo)
vragen in het Italiaans	chiedere (chiedo, avere chiesto, chiedendo)
antwoorden in het Italiaans	rispondere (rispondo, avere risposto, rispondendo)
helpen in het Italiaans	aiutare (aiuto, avere aiutato, aiutando)
leuk vinden in het Italiaans	piacere (piaccio, essere piaciuto, piacendo)
kussen in het Italiaans	baciare (bacio, avere baciato, baciando)
eten in het Italiaans	mangiare (mangio, avere mangiato, mangiando)
drinken in het Italiaans	bere (bevo, avere bevuto, bevendo)

Italiaanse actiewoorden

Nederlands	Italiaans
nemen in het Italiaans	prendere (prendo, avere/essere preso, prendendo)
zetten in het Italiaans	mettere (metto, avere messo, mettendo)
vinden in het Italiaans	trovare (trovo, avere trovato, trovando)
stelen in het Italiaans	rubare (rubo, avere rubato, rubando)
vermoorden in het Italiaans	uccidere (uccido, avere ucciso, uccidendo)
vliegen in het Italiaans	volare (volo, avere/essere volato, volando)
aanvallen in het Italiaans	attaccare (attacco, avere attaccato, attaccando)
verdedigen in het Italiaans	difendere (difendo, avere difeso, difendendo)
vallen in het Italiaans	cadere (cado, essere caduto, cadendo)
kiezen in het Italiaans	scegliere (scelgo, avere scelto, scegliendo)

Bewegingen in het Italiaans

Nederlands	Italiaans
rennen in het Italiaans	correre (corro, avere corso, correndo)
zwemmen in het Italiaans	nuotare (nuoto, avere nuotato, nuotando)
springen in het Italiaans	saltare (salto, avere saltato, saltando)
trekken in het Italiaans	tirare (tiro, avere tirato, tirando)
duwen in het Italiaans	spingere (spingo, avere spinto, spingendo)
gooien in het Italiaans	lanciare (lancio, avere lanciato, lanciando)
kruipen in het Italiaans	gattonare (gattono, avere gattonato, gattonando)
vechten in het Italiaans	combattere (combatto, avere combattuto, combattendo)
vangen in het Italiaans	catturare (catturo, avere catturato, catturando)
rollen in het Italiaans	rotolare (rotolo, avere/essere rotolato, rotolando)

Zakelijke werkwoorden Italiaans

Nederlands	Italiaans
kopen in het Italiaans	comprare (compro, avere comprato, comprando)
betalen in het Italiaans	pagare (pago, avere pagato, pagando)
verkopen in het Italiaans	vendere (vendo, avere venduto, vendendo)
studeren in het Italiaans	studiare (studio, avere studiato, studiando)
bellen in het Italiaans	fare una telefonata (faccio, avere fatto, facendo)
lezen in het Italiaans	leggere (leggo, avere letto, leggendo)
schrijven in het Italiaans	scrivere (scrivo, avere scritto, scrivendo)
rekenen in het Italiaans	calcolare (calcolo, avere calcolato, calcolando)
meten in het Italiaans	misurare (misuro, avere misurato, misurando)
verdienen in het Italiaans	guadagnare (guadagno, avere guadagnato, guadagnando)
tellen in het Italiaans	contare (conto, avere contato, contando)
scannen in het Italiaans	scansionare (scansiono, avere scansionato, scansionando)
printen in het Italiaans	stampare (stampo, avere stampato, stampando)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Italiaans

Leer Italiaans - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Italiaans vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Italiaanse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie

Flashcards Italiaans

Gratis Italiaanse Flashcards

Op Flashcardo kun je gratis online flashcards vinden voor meer dan 50 talen die je zullen helpen je vaardigheden in een hoog tempo te verbeteren

Meer